Lopen met een beenprothese kost extra energie. Als u moeite hebt om lange afstanden af te leggen is het belangrijk dat u zo dicht mogelijk bij uw huis of bestemming kunt parkeren, bijvoorbeeld op een gehandicaptenparkeerplaats of met een gehandicaptenparkeerkaart.
Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken
Een gehandicaptenparkeerplaats bij uw woning vraagt u aan bij de gemeente waar u woont. Lees meer over de procedure.
Gehandicaptenparkeerkaart
Ook de gehandicaptenparkeerkaart kunt u bij de gemeente aanvragen. Er zijn twee soorten: een bestuurderskaart en een passagierskaart. Beide kaarten zijn persoonsgebonden en niet voertuiggebonden; er staat dus geen kenteken op. Voor de bestuurderskaart moet u uiteraard wel een geldig rijbewijs hebben. Zo'n kaart krijgt u in de regel als u minimaal een half jaar lang niet meer dan 100 meter zelfstandig kunt lopen met hulpmiddelen als een stok of krukken. Tijdens een medisch onderzoek bepaalt een keuringsarts of u voor de kaart in aanmerking komt. Lees meer op de site van de Rijksoverheid.
NB Een gehandicaptenparkeerkaart en -parkeerplaats vallen onder ‘hulpmiddelen’ en moet u aanvragen bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Briefje op het raam
‘Ik heb een knalgeel briefje aan de binnenkant van het raam van de autodeur geplakt met de tekst: “Ik draag een beenprothese en heb extra ruimte nodig om in en uit te kunnen stappen. Fijn als u hier rekening mee wilt houden!” Het werkt niet altijd, maar vaak doen mensen dit wel.’
Kaartkluis
Wees zuinig op uw kaart. Diefstal van de gehandicaptenparkeerkaart komt vaker voor dan u denkt. Om dit te voorkomen kunt u een speciaal ‘slot’ (kaartkluis) kopen.