Beeldmerk klein zonder ondertitel

Het echte werk

'Na de amputatie dacht ik echt dat het allemaal voorbij was, maar toen begon het pas! Toen kwam het echte werk: revalideren en leren lopen.'

Leren lopen met een beenprothese of een armprothese leren gebruiken is een hele klus. Er komt veel oefenen aan te pas voordat de prothese echt als een onderdeel van uw lichaam aan gaat voelen. Om te beginnen zult u moeten wennen aan het dragen van het gewicht van de prothese en wellicht extra spierversterkende oefeningen moeten doen. En ook de conditie en spierkracht in de rest van uw lichaam is van belang.

Aanleren van een goede techniek is belangrijk om later klachten van uw rug, heupen of schouders te voorkomen. Met een goede techniek wordt u ook minder moe. 

Tegenwoordig zijn er mooie technieken om uw looppatroon in beeld te brengen (gangbeeldanalyse) maar ook voor een spiegel trainen kan verhelderend zijn.

Mijn hele lijf

'Eerst begreep ik niet waarom ik toch steeds heen en weer moest lopen in de oefenzaal. Nu begrijp ik dat de fysiotherapeut naar mijn hele lijf kijkt. Loop ik rechtop, belast ik mijn goede been niet te veel, sta ik niet scheef, span ik geen verkeerde spieren aan? Toen ze er een spiegel bij haalde, begreep ik wat ze bedoelde. Toen zag ik zelf pas hoe krampachtig ik eigenlijk liep.' 

Sneeuw en gladheid

De angst om uit te glijden en te vallen zal bijna iedere beenprothesegebruiker herkennen. Niet of nooit uitglijden of vallen bestaat niet, dat geldt voor iedereen, maar het risico verkleinen kan wél. NB Wees erop bedacht dat gladheid niet alleen veroorzaakt wordt door sneeuw en ijs. Ook herfstbladeren en een natte ondergrond kunnen glad zijn. 

Een hele simpele oplossing is om sokken over de schoenen te doen. De sok 'kleeft' aan de gladde ondergrond en voorkomt wegglijden. Er zijn ook speciale 'schoenhoezen' op de markt, bijvoorbeeld de coverups van Wglow.

Als het echt sneeuwt of vriest, is het aan te raden om antislipzolen onder uw schoenen te doen. Er zijn allerlei losse antislipzolen verkrijgbaar, die onder verschillende schoenen passen. Ze bestaan vaak uit combinatie van rubber met metalen 'spikes', wat veel grip geeft op een gladde ondergrond. Nadeel is wel dat de spikes wat lastig zijn als u een winkel binnenloopt. U kunt ze dus het beste gebruiken als u weet dat u een tijdje buiten blijft.

Er bestaan speciale doppen die u onder uw wandelstok of krukken kunt bevestigen. Deze doppen hebben ‘stekels’ (spikes) die u in en uit kunt klappen. Dit voorkomt niet dat u uitglijdt, maar geeft wel extra steun. 

Het helpt ook om schoenen te dragen met een dikke rubberzool, bijvoorbeeld snowboots. De dikke zool geeft veel grip. Niet voor niets lopen veel mensen in de wintersportgebieden op deze boots. Steeds meer schoenenzaken verkopen snowboots, maar u vindt ze ook bij sportzaken of online.

Voor de rolstoel bestaan er kleine ‘skietjes’ voor onder de zwenkwielen. Voor de meeste rolstoelen zijn ook speciale winterbanden te koop. Een goedkopere tip is om een aantal tie-wraps om de banden heen te doen, wat zorgt voor meer grip. 

En last but not least: zet een waterdichte pot strooizout naast de voor- en achterdeur. Altijd binnen handbereik om ’s avonds even te strooien. En mocht u dat zelf niet durven: wie weet heeft u een behulpzame partner, buurman of buurvrouw die dit even voor u kan doen!

Extra energie
Leren omgaan met alle veranderingen kost energie. En ook het gebruiken van een arm/handprothese of het lopen met een beenprothese kost extra energie. Het is dus niet gek als u in deze periode wat minder actief bent dan normaal. Het kan helpen om tussendoor even te rusten. Het kan ook handig zijn om ’s ochtends vast te bedenken wat u die dag allemaal wilt doen, zodat u uw energie over de dag kunt verdelen.

Batterij opladen

‘Soms heb ik even geen power meer terwijl ik nog helemaal niet lang heb gelopen. Ik ervaar wel dat ik na een heel korte stop weer veel energie heb getankt en weer door kan. Mijn ‘batterij’ is snel leeg, maar hij laadt gelukkig ook snel weer op!’ 

tipParkeerkaart

Denk ook aan een gehandicaptenparkeerkaart, waardoor u minder ver hoeft te lopen (zie Vervoer).

Blijf alert!

Zit uw prothese niet lekker, maakt hij vreemde geluiden of ontstaan er wondjes of rode plekken op uw stomp? Neem dan direct contact op met uw prothesemaker. Wacht hier echt niet te lang mee want het gaat om uw veiligheid! Bovendien kunnen huidproblemen ervoor zorgen dat u uw prothese langere tijd niet kunt dragen. Het is dus beter om ze snel aan te pakken. Zie ook Huidproblemen en transpiratie.

Kinderen geven vaak duidelijke signalen als er iets mis is met de prothese. Ze gaan bijvoorbeeld anders lopen, willen ineens niet meer klimmen of springen of zelfs de prothese niet meer aan. De kans is dan groot dat de prothese niet goed meer past. Misschien is hij te klein of te strak geworden of werken de scharnieren niet goed meer.

Andere tekenen dat de prothese niet goed meer past zijn drukplekken. Een drukplek is een rode plek op de huid op de plaats waar de prothese zat, die niet binnen twintig minuten na het afdoen van de prothese verdwijnt.